Juridische advisering bodem

De Wet bodembescherming is al bijna twintig jaar in werking, maar roept in de uitvoeringspraktijk nog altijd vragen op. Ook na de wetswijziging in 2006 blijven bepaalde onderwerpen slechts summier geregeld. Dit vereist de nodige creativiteit bij de uitvoerders waarbij een jurist die thuis is op het vakgebied onontbeerlijk is. Enerzijds om mee te denken in het scala van mogelijkheden, en anderzijds om tijdig de grenzen aan te geven.

Beschikkingen Wbb

De Wet bodembescherming 2006 schept meer dan voorheen een kader voor het uitvoeren van saneringen, de evaluatie en de nazorg. Een aantal momenten in het saneringstraject zijn in de nieuwe wet formeel beter geregeld. De beschikkingen op ernst en spoedeisendheid (voorheen “urgentie”) en goedkeuring van het saneringsplan zijn uitgebreid met nieuwe beschikkingen voor het goedkeuren van het evaluatierapport en het nazorgplan.

Ook in de handhaving zijn in de nieuwe Wet bodembescherming wijzigingen aangebracht. In de Wet bodembescherming 2006 wordt meer aangesloten bij de bestaande regelgeving voor de handhaving in de Algemene wet bestuursrecht.

Wij kunnen u ondersteunen op dit juridisch specialisme. Dit geldt zowel voor de uitleg van de wet, het toetsen van beschikkingen in het saneringstraject als in het traject van de handhaving van bodemsaneringen.

Juridische Toetsen

De bodemsaneringsoperatie kent een indeling in diverse segmenten waaraan door de overheid geldstromen zijn verbonden die – in bepaalde gevallen in samenwerking met het bedrijfsleven – beschikbaar worden gesteld. Denk bijvoorbeeld aan de verstrekking van de ISV-gelden (ISV staat voor Investeringsfonds Stedelijke Vernieuwing) en de subsidie in het kader van de rechtstreekse saneringsplicht voor eingenaren van bedrijfsterreinen. Naast deze generieke regelingen kan ook gedacht worden aan regelingen die meer op een branche of doelgroep gericht zijn. Genoemd kunnen worden de SUBAT-regeling voor (voormalige) tankstations en de regeling voor de textielreinigingsbranche (Bosatex).

Het doel van de juridische toets is dat het bevoegde gezag inzicht verkrijgt in de mogelijkheid om een bijdrage in de saneringskosten te verwerven door juridische middelen in te zetten in een concreet geval. Deze toets is van belang omdat het bevoegd gezag voor bijvoorbeeld de besteding van de ISV-gelden verantwoording af moet leggen. Zo is voor de SV-gelden afgesproken dat voldaan moet worden aan de zogenaamde multiplier van 1 staat tot 4.

Ook voor bedrijven is het overigens interessant om te weten in hoeverre men in aanmerking komt voor een bijdrage in de kosten van sanering. Wij ondersteunen u graag bij de uitvoering van deze juridische toets.

Afdwingen saneringen

De Wet bodembescherming 2006 kent een wettelijke saneringsplicht voor eigenaren en erfpachters van eigenaren van bedrijfsterreinen. De saneringsverplichting is in de Wet bodembescherming zelf opgenomen en is rechtstreeks – derhalve zonder nader saneringsbevel – van toepassing. Het instrument om dit doel te bereiken is het zonodig treffen van bestuursrechtelijke maatregelen. Daarbij kan worden gedacht aan het opleggen van een dwangsom indien niet tijdig wordt gesaneerd.

Het aloude saneringsbevel blijft overigens ook in de nieuwe wet gewoon bestaan. Van het geven van een saneringsbevel is echter tot op heden weinig gebruik gemaakt. Het bevel is wel vaak gebruikt als stok achter de deur.

U kunt een beroep op ons doen voor het opstellen van voornemens en beschikkingen.

Verhaalsacties

Het bevoegde gezag voor de Wet bodembescherming kan van diverse instrumenten gebruik maken om zorg te dragen voor verhaal van de saneringskosten. Gedacht kan worden aan het verhaal via een actie uit onrechtmatige daad of een actie uit ongerechtvaardigde verrijking.

Veelal hebben bevoegde gezagen beleid ontwikkeld voor de inzet van het verhaalsinstrumentarium. Bij het inzetten van een verhaalsactie zal hiermee rekening moeten worden gehouden.

Natuurlijk staan wij u graag terzijde in geval van een verhaalsactie.